|
|||||
Welkom op de website van Onderwijskrant ! | |||||
Historiek & ProjectDertig jaar OnderwijskrantOnderwijskrant bestaat 35 jaar. Het eerste nummer verscheen in oktober 1977. Het tijdschrift ontstond uit het elan van de jaren zestig en zeventig. Het was en bleef een kritisch en onafhankelijk tijdschrift, gedragen door redactieleden uit alle onderwijsnetten. Onderwijskrant verspreidde vernieuwingsideeën, stimuleerde en beschreef praktijkervaringen en formuleerde eigen standpunten over onderwijsbeleid, pedagogiek, didactiek van de verschillende vakdisciplines en leerdomeinen ... In de beginselverklaring van 1977 schreven we al dat modieuze hervormingen en rages die niet gedragen worden door de praktijkmensen, de kwaliteit van het onderwijs eerder aantasten dan verhogen. De voorbije 17 jaar ageerden we dan ook met aandrang tegen het doorhollingsbeleid - onder het motto 'vernieuwen in continuïteit' en 'ontscholing = onderbenutting van talenten'. Onafhankelijk en zuiloverschrijdendEen ongebonden tijdschrift is in Vlaanderen nog steeds een zeldzaam product. In ons kapellen-land is een netoverschrijdende samenwerking belangrijk voor het democratisch debat en voor het welzijn van ons onderwijs. Jammer genoeg stellen we vast dat veel onderwijsmensen, publicisten, politici, vakbondsmensen ... zich nog al te veel opsluiten binnen de eigen zuil. Op dit vlak is minder vooruitgang geboekt dan werd verwacht en stellen we de voorbije 15 jaar zelfs een achteruitgang vast. Financieel was onze ongebondenheid een handicap; professioneel bood ze veel ruimte en comfort. Onderwijskrant speelde geregeld de rol van klokkenluider. Als klokkenluiders stellen redactieleden zich wel kwetsbaar op. Toen bijvoorbeeld in 1982 nog volop werd uitgepakt met de zegeningen van de 'moderne wiskunde', kreeg de auteur van 'moderne wiskunde, een vlag op een modderschuit' (Onderwijskrant, nr. 32) te horen dat dit inging tegen het leerplan en niet kon als docent op een lerarenopleiding. We merkten ook dat bepaalde verdienstelijke redactieleden omwille van promotie of nieuwe werkomstandigheden problemen ondervonden met het onafhankelijk, netoverstijgend en kritisch imago van Onderwijskrant en daardoor soms afhaakten. Het redactiebeleid kenmerkte zich verder door een grote onafhankelijkheid in de opstelling van elk redactielid en door tolerantie. In een aantal bijdragen en themanummers kwam tot uiting dat ook de redactieleden er over bepaalde onderwerpen (deels) uiteenlopende standpunten op na houden - denk maar aan het themanummer over alternatieve scholen (nummer 63). Ook artikels van niet-redactieleden stemmen niet per se overeen met de visie van de redactie. Kritische standpunten & klokkenluidersOnderwijskrant wil nog steeds het open debat stimuleren. We hebben altijd veel aandacht besteed aan het bespreekbaar maken van het onderwijsbeleid, van taboes en van controversiële onderwerpen - denk maar aan de hervorming van het hoger onderwijs en van de lerarenopleidingen, de enveloppenfinanciering en bureaucratisering, de 'moderne wiskunde', het ontplooiings- en ontscholingsmodel van CEGO & CO, het functioneren van de inspectie nieuwe stijl, de vage en eenzijdige eindtermen voor Nederlands en Frans. Vooral vanaf ongeveer 1990 stelden we vast dat veel mensen en academici het onderwijsdebat links lieten liggen en dat jongere onderwijsmensen minder strijdlustig waren.. Ook de media lieten de voorbije decennia weinig kritische geluiden horen. Daarbij moest Onderwijskrant ook nog opboksen tegen de beleidspropaganda en de ontscholingsideologie van 'Klasse', het officiële onderwijstijdschrift van het ministerie. KLASSE slaagde er onlangs nog in om het kennisdebat van december 2006 te negeren. Onderwijskrant doet zijn best om dit debat te stofferen en te verruimen. We richtten hiervoor onlangs samen met klokkenluider Marc Hullebus de vereniging O-Zon op (O-ZON = Onderwijs Zonder Ontscholing) en bundelden de vele reacties. Kritisch-constructieve opstelling t.a.v. beleid*Actieve en constructieve participatieOnderwijskrant is ook een actie-tijdschrift. Bij verschillende hervormingen en nieuwe decreten hebben we actief en constructief geparticipeerd aan het debat: de hervormingen van de Ierarenopleiding, VSO, VLO (Vernieuwd Lager Onderwijs), OESO-rapport van 1991, begeleiding en nascholing, inspectie, zorgverbreding en gelijke onderwijskansen, onderwijsvoorrangsbeleid, non-discriminatiebeleid, besparingsbeleid, schaalvergroting, hervorming Hobu en enveloppenfinanciering, Bologna-beleid, doorlichting PHO (Pedagogisch Hoger Onderwijs), hervorming secundair onderwijs, PMS-hervorming, eindtermen en leerplannen, inclusief onderwijs, ... Naast de Onderwijskrant als actie-instrument, maakten redactieleden gebruik van andere kanalen (kranten, lobbywerk bij politici en leden van commissies, mede oprichten van actiegroepen allerhande, samenwerking met partners) om de besluitvorming te beïnvloeden. We besteedden niet enkel aandacht aan het bestrijden van bepaalde opvattingen, maar stelden steeds alternatieven voor. Het kritisch en tegelijk constructief volgen van het onderwijsbeleid was en blijft één van onze prioriteiten. We gaan ervan uit dat progressieven zich niet mogen opsluiten in hun werk aan de basis of in de onderwijsoppositie, ze moeten ook proberen het beleid te beïnvloeden. Redactieleden werkten actief mee aan het uitwerken van alternatieven. We participeerden in allerhande commissies. Verschillende redactieleden engageerden zich zowel binnen de eindtermen- als binnen de leerplancommissies voor wiskunde en wereldoriëntatie. Onderwijskrant pakte als eerste uit met een globale visie op zorgverbreding (nr. 68) en met een pleidooi voor extra zorgverbredingsuren. *Onderwijskrant als tegengewichtIn 1997 stelde het Unesco-rapport Delors dat de meeste onderwijshervormingen van de voorbije jaren te radicaal en te theoretisch waren en geen rekening hielden met de nuttige ervaringen en positieve elementen uit het verleden. De overheid wil te veel tegelijk en bepleit voortdurend tegengestelde doelstellingen. Daardoor is de kans dat de veldwerkers zulke hervormingen echt accepteren en (enthousiast) in praktijk brengen eerder gering. De voorbije dertig jaar hebben we onze kritiek op het beleid niet gespaard. We hebben ons in de jaren tachtig sterk verzet tegen het besparingsbeleid; vanaf 1991 tegen het eigengereid omwentelingsbeleid van het ministerie, de topambtenaren en veel beleidsadviseurs, tegen de oekazen en de cenakelmentaliteit. De Vlaamse topambtenaren deden ook al te vaak aan stemmingmakerij tegen het onderwijs om aldus hun bezuinigings- en omwentelingsbeleid te wettigen. We denken b.v. aan het manipuleren van cijfers i.v.m. het onderwijsbudget en het aantal zittenblijvers (cf. OESO-rapport van 1991) en aan uitspraken over de middelmatige kwaliteit en het welbevinden van de leerlingen. Onderwijskrant weerlegde telkens de verkeerde en valse cijfergegevens en de stemmingmakerij. Zo toonden we aan dat het aantal zittenblijvers in het eerste jaar s.o. geen 9 à 10 % bedroeg (cf. OESO-rapport), maar slechts 3,4 %. De lagere cyclus s.o. was dus allesbehalve een probleemcyclus. We signaleerden de topambtenaren in 1994 dat ze bij het berekenen van het aantal zittenblijvers voor de Unesco- en OESO-statistieken het aantal leervertraagden eind zesde leerjaar vergaten te delen door het aantal leerjaren. Nog een voorbeeld. Beleidsmensen stelden de HOBU-hervorming voor als hét model voor de totale 'hertekening van het onderwijslandschap'. Ook het bedrijfsleven en de politieke partijen steunden die h(v)ertekening. Vanaf 1993 besteedde Onderwijskrant veel aandacht aan het ontmaskeren van de nieuwe beleidsideologie zoals ze tot uiting kwam bij de Hobu-hervorming: economisme, schaalvergroting en bureaucratisering, blinde bezuinigingen, technische beheersbaarheid en bedrijfsmanagement, regionale centralisatie, privatisering en profitisering, aantasting pedagogische autonomie van het leerkrachtenteam ... We toonden in 1998 aan dat de geciteerde pro-inclusie-uitspraken van Prof. Ruyssenaers in het VLOR-advies gemanipuleerd en vervalst waren. De adjunct-secretaris-generaal liet ons achteraf weten dat een van de opstellers hiervoor verantwoordelijk was. Gestoffeerde bijdragen over inhoud en vormIn Onderwijskrant verschenen veel gestoffeerde bijdragen over de inhoud en vorm van het onderwijs. De eerste vijf jaren -1977 tot 1982 - waren de jaren van de grote vernieuwingsparolen (levensnabij en maatschappijkritisch onderwijs, gelijke kansen, democratisering en inspraak), van de nationale onderwijsdagen (over projectonderwijs, milieueducatie, vredesopvoeding...) en van de grote colloquia. Hierbij vervulde Onderwijskrant telkens een voortrekkersrol. De samenwerking met bondgenoten als de onderwijswinkels, de Stichting Lod. de Raet en AKO was hierbij belangrijk. Onderwijskrant probeerde ook op het vlak van de leerinhouden taboes te doorbreken. Zonder Onderwijskrant als actie-instrument zouden we er b.v. niet in geslaagd zijn het taboe dat op de moderne wiskunde rustte te doorbreken en een nieuw debat over wenselijk wiskundeonderwijs op gang te brengen. Bepaalde redactieleden zijn hier een kwarteeuw mee bezig geweest. Toen het tij gekeerd was, moesten we ook nog voorkomen dat het extreem van de abstracte en hemelse (moderne) wiskunde geruild werd voor het extreem van de constructivistische en aardse wiskunde. Via artikels in Onderwijskrant probeerden we ook debatten over b.v. differentiatie, zorgverbreding, eindtermen, inclusief onderwijs, hervorming inspectie, wereldoriëntatie, nieuwe leerplannen, klassenmanagement ... te stofferen en te verruimen. We speelden telkens in op de actualiteit en probeerden het debat te stofferen. Ook tal van algemeen pedagogische onderwerpen kwamen kritisch aan bod. We denken hierbij aan de bijdragen over ongelijke onderwijskansen en democratisering, rolpatronen, straffen en belonen, participatie, klassenmanagement, kindermishandeling, gelijke kansen voor meisjes en jongens, pesten en agressie, discipline, schoolmoeheid, ervaringsgericht versus ervaringsverruimend onderwijs, de kritische benadering van de Gordon-aanpak, hyperkinetische kinderen, communicatieve en agogische vaardigheden, waardenoriëntatie, alternatieve scholen, EG(K)O, integratie van gehandicapten en inclusief onderwijs ..., Ook de restauratiebeweging die in 1984 in het boek 'Geen zachte hand' tot uiting kwam, probeerden we een halt toe te roepen. In de eerste vijftien jaargangen waren onderwerpen i.v.m. maatschappelijke vorming en waardenopvoeding (wereldoriëntatie, thematisch en projectmatig werken., geschiedenisonderwijs ...) bijna in elk nummer aan de orde. Zo streefden we ook naar verruiming van het leerdomein wereldoriëntatie waarbij de sociale wereldoriëntatie een belangrijke plaats kreeg naast de verkenning van de fysieke wereld. Ook het intercultureel onderwijs kreeg geregeld aandacht. We besteedden ook energie aan kunst en cultuur in het onderwijs. Het themanummer hierover (nr. 83) werd bijgedrukt en vond een ruime verspreiding. Ook de mogelijkheden van het 'filosoferen met kinderen' kwamen aan de orde. Een aantal artikels leidden tot de publicatie van een boek, bijvoorbeeld Hoe coach ik mijn klas? van Danny Wyffels. Leerinhouden, vakdidactiek en methodesOnderwijsvernieuwing vraagt goed doordachte blauwdrukken. Als het daarbij blijft zal er in de klassenpraktijk echter te weinig veranderen. Ideeën moeten gedetailleerd uitgewerkt en geïnstrumentaliseerd worden. De vormingsgebieden en leerinhouden spelen hierbij een belangrijke rol. De lezers vonden in Onderwijskrant een brede waaier artikels waarin de uitdieping en/of de verbreding en actualisering van het vormingsaanbod centraal stonden. Denk maar aan de vele bijdragen over wiskundeonderwijs, lezen, spelling, aanvankelijk lezen, filosoferen met kinderen, thematisch onderwijs, wereldoriëntatie en geschiedenis ... Soms werden oude effectieve aanpakken weer opgevist en geoptimaliseerd -zoals het werken met kwadraatbeelden en het automatiseren binnen het aanvankelijk lezen en rekenen. We probeerden ook telkens de nieuwe leerplannen te inspireren door tijdig artikels over deze leerdomeinen te laten verschijnen, of door deelname aan leerplancommissies voor wiskunde en wereldoriëntatie. In de praktijk merken we heel wat invloeden op het vlak van het wiskundeonderwijs, de wereldoriëntatie, het werken met goede kinderboeken en poëzie, het spellingonderricht ... Nederlandse tijdschriften - Willem Bartjens, In de klas, Panama-Post, Vernieuwing, Tijdschrift voor Orthopedagogiek - namen een aantal Onderwijskrantartikels over of verwezen er uitvoerig naar. Naarmate we ons meer inlieten met de concrete leerinhouden en de dagelijkse klassenpraktijk, kregen we een meer genuanceerde en omvattende visie op het onderwijs, op de wenselijkheden en mogelijkheden. We zagen ook beter de gevaren van de lege-dozen-pedagogiek en van slogans, modes en rages. Ook hier opteerden we voor vernieuwing in continuïteit - met inbegrip van het in ere herstellen van een aantal oude waarden. In de eerste vijftien jaargangen ging veel aandacht naar de uitwerking en instrumentalisering van sociale wereldoriëntatie en thematisch onderwijs. In dit kader werd ook in 1980 het thematisch Projectenfonds opgericht, voor de productie en verspreiding van leermateriaal voor thematische wereldoriëntatie. Gedurende 15 jaar (1980-1995) verspreidde ons Projectenfonds zo'n drie miljoen pagina's ideeënboeken voor thematische wereldoriëntatie. Veel van die ideeën vinden we terug in de nieuwe leerplannen en handboeken. Toen recentelijk de zaakvakken in de derde graad in de verdrukking geraakten, werkten redactieleden mee aan nieuwe leerboekjes voor geschiedenis en aardrijkskunde. In de hogere klassen zijn o.i. zowel de systematiek van de vakkenoverschrijdende thema's als de systematiek van de zaakvakken belangrijk. We besteedden de voorbije decennia ook opvallend veel aandacht aan het verbeteren en uitdiepen van de 'old basics', de zgn. fundamenten: rekenen, aanvankelijk lezen, begrijpend lezen, spelling, ... ). We publiceerden hierover geregeld. We wilden zo ook de zorgverbreding ondersteunen en meer kinderen toereikende onderwijskansen bieden. Voor de instrumentalisering van nieuwe ideeën spraken we naast Onderwijskrant ook andere belangrijke kanalen aan. Redactieleden publiceerden vakdidactische boeken: Werken met kinderboeken (Wuestenberg). Rekenen tot honderd (Feys), Meten en metend rekenen (Feys en Van Iseghem), Meetkunde (Van Iseghem en Feys). Voor aanvankelijk lezen werkten Feys en Van Biervliet de 'directe systeemmethode' (DSM) uit. Nieuwe leesmethodes als 'Leessprong' zijn erop gebaseerd; in de nieuwe versie van 'Veilig Lezen' (Mommers) werden ook enkele ideeën toegepast. Aansluitend bij de DSM publiceerde Van Biervliet e.a. de computer remedieermethode 'Leeskist'. Een aantal redactieleden werkten mee aan de ontwikkeling van leermethodes: Rekensprong (Van Iseghem), Taalmenu (Wuestenberg), Tijd voor Taal Spelling (Van Biervliet), Tijdwijzer en Ruimtewijzer (Feys). Redactieleden speelden ook een belangrijke rol bij de oprichting en de Praktijkgids voor het Basisonderwijs; een paar mensen zitten nog steeds in de redactie van dit losbladig lexicon. Ontscholing, effectieve didactiek en GOKVeel vernieuwingen sinds 1970 streefden ernaar dat een school zo weinig mogelijk op een school zou gelijken, ze viseerden het afstand nemen van de basisgrammatica van het onderwijs, de ontscholing en zelfontplooiing. Sinds 2000 werd die roep alsmaar sterker. Zo proclameerde de Vlaamse onderwijsminister Vanderpoorten op 1 september 2001 dat de leraar niet langer meer vooraan mocht staan in klas en dat leerplannen nefast waren. Het zgn. 'nieuwe leren' in Nederland betekent een totale breuk met het verleden. De belangrijkste begrippen van de eeuwenoude schoolgrammatica worden steeds meer door alternatieve (ontscholende) termen verdrongen/vervangen: 'leerinhoud centraal' door 'leerling centraal'; onderwijzen door leren, meester door begeleider (coach), 'leerling' door 'leerder' of 'kind', sturing door de leerkracht door zelfsturing of zelfregulering, cultuuroverdracht door zelfconstructie van allerpersoonlijkste kennis, leerlingen die samen leren en optrekken binnen klasverband door een sterk heterogene groep leerlingen die elk hun eigen traject volgen (LAT-onderwijs), hoge eisen stellen door knuffelen, diepgaande reflectie door 'learning by doing', e-ducatie (uitleiden uit ego-wereldje) door ego-gerichte zelfontplooiing; leerschool door leefschool, leerinhoud door competenties, leren door 'leren leren', school door leer- of studiehuis, belangstelling wekken voor brede cultuur door leren vanuit betrokkenheid op eigen verlangens, gezag door permanent onderhandelen, basiskennis verwerven door kennis kunnen opzoeken, lesgeven door omgaan met de leerlingen, leren en presteren door zich goed voelen op school ... De voorbije jaren hebben we in Onderwijskrant een groot aantal bijdragen gewijd aan pleidooien voor het behoud van de basiskenmerken van degelijk onderwijs, voor vormen van herscholing en effectieve zorgverbreding. We pleitten voor de herwaardering van basiskennis en basisvaardigheden en voor het aldus beter benutten van de talenten van zowel de zwakkere als de betere leerlingen. We beklemtoonden dat kinderen met leerproblemen en anderstalige leerlingen de eerste slachtoffers van het ontscholingsdiscours worden. 'Zwakkere' leerlingen hebben het meest nood aan effectieve (directe) instructie. In onze talrijke GOK-bijdragen over het bieden van toereikende onderwijskansen staat effectief achterstandsonderwijs centraal (nrs. 121, 122, 129, 133, 138). We bestreden dan ook het ontscholingsdiscours en de zelfontplooiingsmodellen die haaks staan op een effectieve (achterstands)didactiek. We publiceerden kritische bijdragen over de knuffelpedagogiek van Ferre Laevers en zijn Ervaringsgericht Onderwijs (EGO) (nrs. 33, 102, 107, 123, 128, 129, 130 en themanummer 139), over het belang van klassikaal onderwijs (nrs. 104, 110 en 134) en effectieve (directe) instructie, over het modieuze constructivisme (nrs. 113 en 130) en het competentieleren (nr. 115), over het Nieuwe Leren (nr. 136). Toekomst, website & samenwerkingHet blijven waarmaken van het ambitieuze Onderwijskrant-project met een beperkte groep vrijwilligers en alles in eigen beheer, vergt heel wat energie. Enkele redactieleden zijn werkzaam in een lerarenopleiding. Sinds het HOBU-decreet is de taaklast van deze lectoren enorm toegenomen; er rest nu minder tijd voor het studiewerk, het schrijven van artikels en het redactionele werk. We zijn dan ook permanent op zoek naar 'vers bloed' en nieuwe ideeën. We wilden al lang een eigen website om de ideeën beter te kunnen verspreiden en om meer interactie met de lezers op gang te brengen. Men is meer dan vroeger geneigd om tijdschriften in de bibliotheek te raadplegen en te kopiëren, en vooral om eerst via het internet naar teksten te googelen. De mensen, scholen en bibliotheken die nog steeds bereid zijn een persoonlijk abonnement te betalen, zijn we heel dankbaar. Enkel dankzij deze geldelijke steun kan Onderwijskrant overleven. We hopen via de website een breder publiek te bereiken en meer steun te vinden voor ons project en onze acties. We blijven tegelijk de abonnees belonen door hen als eerste de papieren versie van de recentste artikels te bezorgen. Deze komen slechts twee nummers later (dus ongeveer een half jaar later) op de website en kunnen pas dan ook gedownload worden. We zijn dus van plan om het project Onderwijskrant verder te zetten, nu ook via een eigen website. Onderwijskrant houdt het al dertig jaar vol, we zouden er nog graag twintig aan toevoegen. Onderwijskrant heeft ook altijd gelijkgezinde initiatieven ondersteund en naar soepele vormen van samenwerking gezocht. Recentelijk richtten we samen met de Brugse leraar Marc Hullebus de vereniging O-ZON op: Onderwijs Zonder Ontscholing. De O-ZON- motto's luiden: 'Meester, het mag weer! Ontscholing = Onderbenutting van talenten. En met een knipoog naar minister Vandenbroucke voegen we eraan toe: Ontscholing = zwak voor de sterke leerlingen, zwakst voor de zwakkere (zie www.o-zon.be). Er komt waarschijnlijk ook een vorm van samenwerking met Lerarenforum. We volgen ook aandachtig de activiteiten en publicaties van DIROO. Onderwijskrant zal samen met anderen blijven pleiten voor vernieuwing in continuïteit en tegen elke vorm van doorhollingsbeleid waarbij de leerkrachten enkel aan de zijlijn mogen staan! We komen op voor het meesterschap van de meester en voor het leerlingschap van de leerlingen. Een goed bestuur op mensenmaat en zonder bureaucratie is ook heel belangrijk. Verder moeten topambtenaren en beleidsmensen geen keizer-koster spelen en aan staatspedagogiek willen doen. |
Heet van de naald Nieuw nummer 201-202 (april-september 2022) Bezoek onze blog Onderwijskrant Vlaanderen
|
||||
00813605 bezoekers sinds 2007 | Historiek van de website |